kunstenaar

Alle Kunstenaars

Joris Van de Moortel

Joris Van de Moortel volgde een opleiding beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. In 2009 was hij laureaat aan het HISK in Gent. De voorbije jaren liet hij zich opmerken met sterke en coherente bijdragen aan tentoonstellingen en kunstbeurzen in binnen- en buitenland. Zijn werk was onder meer te zien op de Armory Show in New York (2010), op Volta in Basel (2009), in Hoet-Bekaert Gallery in Gent (2008) en in De Singel in Antwerpen (2008). In datzelfde jaar was hij tijdelijk verbonden aan het Departement Architectuur van de Universiteit van Gent, in het kader van een onderzoek naar monografische musea.

Creatie en destructie liggen dicht bij elkaar in de sculpturen en installaties van Joris Van de Moortel. Maar tegelijk krijg je als toeschouwer de indruk dat de kunstenaar erg trefzeker en overtuigd te werk gaat: het werk blijft een ingehouden, samengebalde energie uitademen. Elk afbreken betekent meteen weer opbouwen, als bij een organisme dat zichzelf voortdurend regenereert, zodat er niet echt sprake is van een begin, midden en eind in het werk.1 Dit betekent niet dat de kunstenaar de vormen zomaar laat woekeren, integendeel. Wat bijvoorbeeld opvalt is de vaak erg nauwe aaneensluiting tussen een vorm en zijn omhulsel. Bij de sculptuur hit the snare, don’t you dare zit een drumkit opgesloten in een nauw bemeten witte architecturale vorm. In the HISK studio 2008 was het de bestaande architectuur van zijn atelier die ontdubbeld werd. Binnenin ontstonden nauwe gangen en nieuwe kamertjes, zonder vast grondplan, zodat er een ongeordende omgeving ontstond die enerzijds de energie uitstraalde van een experimentele DIY-homestudio, maar anderzijds ook de onbeheerste kracht van een tornado. Achteraf werd de studio in twee gezaagd en platgewalst onder een bulldozer, waarna de brokstukken herwerkt en gemoduleerd werden tot vloertegels van zeventig bij zeventig centimeter. De pendelbeweging tussen vernietigen en beschermen, tussen openbreken en bekisten, geeft zijn werk een sterk autonoom karakter. Onder de barsten, het gebroken glas en het gesamplede timmerwerk lijken zijn installaties een kern te bevatten die de grootste schokken kan doorstaan: een geweerschot, een windhoos, een bulldozer, … maar ook de aanhoudende stilte van een tentoonstellingszaal.

1 Zie Oscar van den Boogaard, Hisk reports studio visits 2008