kunstenaar

Alle Kunstenaars

Olivier Marboeuf

Olivier Marboeuf is schrijver, performer, onafhankelijk curator en filmproducent van Caribische afkomst. Hij is oprichter van het onafhankelijke kunstcentrum Espace Khiasma op, dat hij leidde van 2004 tot 2018, in Les Lilas (een voorstad van Parijs). Bij Khiasma ontwikkelde hij een programma dat in gaat op de representatie van minderheden via tentoonstellingen, screenings en debatten. Hij doceerde beeldende kunst aan verschillende Europese kunstscholen. Hij is lid van het film- en performancecollectief ‘The Living and The Dead Ensemble’.  In het kader van de Biënnale van Berlijn 12 presenteerde hij onlangs als kunstenaar het eerste deel van zijn auditief collectieve project ‘The Museum of Breath’. Momenteel produceert hij films binnen Spectre Productions, een productiebedrijf dat hij in 2013 in Rennes (Frankrijk) oprichtte.

In 2022 publiceert Marboeuf de essaybundel ‘Suites décoloniales: s’enfuir de la plantation’ (Decoloniale suites: vluchten van de plantage) en de dichtbundel ‘Les matières de la nuit’ (Zaken van de nacht) (beide Éditions du commun, Rennes, Frankrijk). In 2023 zullen twee nieuwe boeken verschijnen: ‘L’emeutier et la sorcière’ (De oproerkraaier en de heks) in het Frans en ‘Vers un cinéma déparlant’* (une hypothèse caraïbe) (Naar een ontspannende cinema: een Caribische hypothese) in het Frans, Engels, Duits en Spaans. Veel van zijn teksten zijn te lezen op zijn blog, Toujours Debout.

*’Déparlant‘ betekent ‘waanideeën’, ‘delirant‘ of ‘tieren’ in het Haïtiaans Creools. De uitdrukking is ontleend aan het toneelstuk “Mélovivi ou le piège” van de Haïtiaanse dichter Frankétienne van wie fragmenten werden bewerkt tijdens de creatie van de voorstelling ‘The Wake’ door ‘The Living and The Dead Ensemble’. De uitdrukking “cinéma déparlant“, hier vertaald als “de-speaking cinema”, laat ons begrijpen hoe belangrijk het is om zich uit te spreken voor een cinema die zich bezighoudt met emancipatie en tegelijkertijd hoe noodzakelijk het is om de betekenis van datzelfde spreken te vervormen door de scène van de biecht te overladen. ‘De cinéma déparlant’ probeert daarnaast een verband te leggen tussen de verschijning van beelden en de praktijk van storytelling, waardoor ze letterlijk opstaan en tevoorschijn komen.