tekst

Lees meer over de tentoonstelling: Het Migrerende Werk van Atlas Unlimited

een essay door Aruna D'Souza

Het Migrerende Werk van Atlas Unlimited

een essay door Aruna D’Souza

Atlas Unlimited is een werk dat op 29 september 2018, de dag van zijn feestelijke inhuldiging, al duizenden kilometers zal hebben afgelegd en vele jaren overspant. Het groeide uit toevallige ontmoetingen van Karthik Pandian en Andros Zins-Browne met plaatsen, teksten, mensen en zelfs dieren uitgestrekt over de afgelopen jaren. Ontmoetingen die plaatsvonden tijdens een verblijf in de buurt van het Tahrirplein in Caïro in 2001, de plek die na de protesten van de Arabische lente tien jaar later het symbool van de (mislukte) revolutie zou worden; tijdens een werkbezoek in het kader van de Marrakesh Biënnale in 2012, wat leidde tot de ontdekking van de Atlas Film Studio’s waar de afgelopen zestig jaar talloze producties werden opgenomen, van Lawrence of Arabia tot Game of Thrones; ontmoetingen met een groep kamelen en hun drijvers; met een vertaler Arabisch, die later ook een beeldhouwer en vluchteling blijkt te zijn met een verbluffend verhaal; met een carnavalsstoet in Aalst, enzoverder.
Al deze ontmoetingen duiken op de een of andere manier op in de verschillende vormen die het Atlas-project aanneemt sinds Pandian en Zins-Browne er samen aan werken: een video-installatie (Atlas, 2012), een single-channel film (Atlas/Inserts, 2014) en een performance op scène (Atlas Revisited, 2016). Op dit moment breiden de kunstenaars het project uit met Atlas Unlimited: een tentoonstelling, performance, publieke sculptuur en een parafictieve(1) theatervoorstelling die zich tussen 2018 en 2020 zal ontvouwen in Aalst, Antwerpen, Chicago, New York en Rotterdam.

Deze verschillende stappen dreven de kunstenaars en het project steeds vooruit, vaak zonder idee van wat er op zou volgen. Toch zit er een tragische logica achter deze voorwaartse beweging. De vorige iteraties van Atlas werden gedreven door vragen rond de Arabische Lente. Deze vragen hadden te maken met de hoop en de teleurstelling die ermee verweven was en de wereld rond ging; met de visuele economie van een politieke opstand in tijden van sociale media, met het idee van een revolutie die niet alleen op de televisie zou worden uitgezonden maar ook via YouTube en Facebook, en met de vraag naar het waarheidsgehalte van beelden die als direct en reëel werden aangenomen. Pandian en Zins-Browne onderzochten de heikele vraag hoe je een beeld van een revolutie creëert, niet enkel vanuit de optiek van de documentaire, maar evengoed in de manier waarop deze beelden afwisselend echte, vluchtige en efemere vrijheden en misvattingen genereerden. Atlas Unlimited is een project dat drijft op de nasleep van de Arabische Lente: de gedwongen migratiestromen als gevolg van de politieke onderdrukkingen, ontberingen en burgeroorlogen die volgden op de revolutie.

Pandian en Zins-Browne zijn er zich er van bewust dat ze werk maken over migratie in een kunstwereld die zelf uitgaat van een onbelemmerde mobiliteit: kunstenaars, toeschouwers en kunstwerken reizen van de ene internationale tentoonstelling naar de andere ? een heel ander soort verplaatsing dan die van politieke en economische vluchtelingen, maar een die moet worden vermeld omdat de kunstenaars ook deze personen en verhalen opnemen in hun werk. Met de verplaatsingen die zij zelf als kunstenaars maken indachtig, tekenden Pandian en Zins-Browne een scenario uit waarin hun eigen beweging (conceptueel en letterlijk) wordt gechoreografeerd door de mensen en verhalen die in hun project besloten liggen. Het resultaat, het meervoudige Atlas Unlimited biedt geen beeld van migratie, maar stelt in de plaats daarvan een manier van kunst maken voor die uitgaat van dezelfde soort ontmoetingen, krachten en onvoorziene omstandigheden die zo typisch zijn voor onze nieuwe, globale conditie van mobiliteit en verplaatsing.


Toen Pandian en Zins-Browne de uitdaging aangingen om kunst te maken over de Arabische Lente, werden ze geconfronteerd met de vraag naar de verantwoordelijkheid van de kunstenaar ten opzichte van de geschiedenis en haar actoren. Atlas begon, zo wordt ons verteld, met het idee om virale videoclips van de opstand van de Arabische Lente op het Tahrirplein na te maken met acteurs die ook daadwerkelijke hadden deelgenomen aan de protesten. Toen dat onmogelijk bleek, zetten de kunstenaars hun zinnen op kamelen – lastdieren die, omwille van hun legendarisch weerbarstige aard, het verzet in het hart van de Arabische Lente leken te verzinnebeelden. Maar net deze koppigheid maakte de kamelen niet bijzonder gewillig om de scenario’s van Pandian en Zins-Browne uit te voeren. Wat betekent het om kamelen te dwingen om op te komen voor vrijheid? Hoe ga je om met lichamen die weigeren te bewegen? Wat is de ethiek van dwang (door dierentrainers, choreografen of kunstenaars)? Dergelijke vragen gingen de kern uitmaken van Atlas Revisited.

Met Atlas Unlimited hebben we niet te maken met lichamen die zich niet willen verplaatsen, maar met lichamen die zich niet mógen verplaatsen door grenzen, staten, veiligheidsdiensten, enzovoort. Net als bij Atlas Revisited rezen er vragen op bij Pandian en Zins-Browne: in hoeverre is de kunstenaar verantwoordelijk voor deze lichamen en de verhalen die ze met zich meedragen? Hoe maak je een werk dat niet over migratie gaat, maar iets onthult over de impact, het begrip ervan? Hoe vermijd je om verhalen over migratie te instrumentaliseren? Verhalen zoals die van Almoutlak, die goedbedoelende kunstenaars (en schrijvers, journalisten en activisten) zo vaak inzetten als ‘migrant confessions’ om een licht te werpen op een wereldwijde crisis, maar op zo’n manier dat ze onvermijdelijk aanschurken tegen spektakel, en – eerder dan deze crisis aan te kaarten – de verteller naar de voorgrond schuiven.


Atlas Unlimited gaat voort waar Atlas Revisited stopte, dat wil zeggen: met een kameel. Deze kameel is niet, zoals in vroeger werk, een levend en ademend wezen, maar ontpopt zich tot een reusachtige praalwagen van piepschuim die werd gemaakt voor het carnaval in Aalst. Het bezoek van de kunstenaars aan Aalst in 2018 viel toevallig samen met het carnavalsgebeuren, net op het moment dat ze een vorm zochten voor hun interventie in Aalst. Dit toeval was te mooi om te laten liggen – en dus adopteerden ze de kameel in piepschuim, waarmee ze door de stad naar Netwerk Aalst zullen paraderen op de opening van hun tentoonstelling. Zoals het geval was tijdens carnaval, zal een gekostumeerde en dansende groep carnavalisten de kameel begeleiden. Eens de kameel zijn bestemming bereikt, wordt deze uit elkaar gehaald – de eerste van vele daden vernietiging tijdens de reis van Atlas Unlimited in Europa, naar Noord-Amerika en terug.

In de tentoonstelling in Netwerk Aalst duikt nog een tweede kameel op. In 2017 waren Pandian en Zins-Browne op zoek naar een Arabische vertaler. Toevallig interviewden ze een Syrische vluchteling die nog niet lang naar Brussel was verhuisd. Zijn naam is Zakaria Almoutlak. In de loop van hun gesprek kwam het ongelooflijke verhaal van Almoutlak naar boven: als beeldhouwer werkte hij in het atelier van zijn vader in Palmyra. Daar werd zijn oom, het hoofd van het museum in Palmyra, vermoord door IS. In Syrië floreerde trouwens een handel in nagemaakte sculpturen, waarvan sommigen hun weg hebben gevonden naar ‘s werelds grootste musea ? het Louvre incluis, zegt Almoutlak, die ook over zijn moeilijke ontsnapping uit Syrië vertelt ? hoe hij in een Duitse stad aankwam op de dag van een neonaziparade en uiteindelijk in België aankwam.

In de loop van de tentoonstelling getuigt Almoutlak ook over de dag dat hij en zijn vader tegen beter weten in besloten om in opdracht van een rijke emir een vervalsing van een antieke sculptuur van een steigerende kameel te maken. Het zou de grootste sculptuur worden waar ze ooit aan hadden gewerkt, en ze kregen een plek aangeboden in het archeologiemuseum van Palmyra om hun werk te voltooien. Het beeldhouwwerk werd vernietigd door ISIS-troepen toen ze de stad en het museum inpalmden in 2017, waardoor Almoutlak gedwongen werd om de stad te ontvluchten. Terwijl Almoutlak zijn verhaal doet, zal hij in de tentoonstelling in Netwerk Aalst een replica maken van de replica – een vervalsing in de tweede graad – van de sculptuur van de steigerende kameel.

Zoals met elk van de eerdere iteraties van het Atlas-project, kan je je afvragen hoeveel van dit verhaal waar is, en hoeveel ervan parafictief is – geworteld in de werkelijkheid zonder volledig feitelijk te zijn; geloofwaardig maar best niet te geloven. De toeschouwer beslist. Liever dan Almoutlak te vragen om zijn migratieverhaal te vertellen of hem een fantastisch, vooraf vastgelegd script voor te leggen, creëerden de kunstenaars een ruimte – een set, als het ware ? voor Almoutlak opdat hij zijn biografie zou kunnen terugclaimen via de kracht van fictie. Daarbij verbinden de kunstenaars zich aan de creatie van een werk (de gebeeldhouwde kameel) dat reageert op de woorden van Almoutlak, en dat hun eerdere werk voor Atlas opnieuw contextualiseert in het licht van de onthullingen van deze ambachtsman/vertaler/vluchteling. Het resultaat is een project dat worstelt met een tijdsgewricht van ongeëvenaarde migratie op een eerder formele, dan literaire of narratieve manier: net zoals de rol van de kunstenaar over meerdere actoren is verspreid (de carnavalsploeg van Aalst, Almoutlak, Pandian, Zins-Browne en anderen), migreert het verhaal van Almoutlak zelf van het ene lichaam naar het andere. Het komt naar voren uit de mond van Zakaria zelf, en uit de mond van andere personages die in de loop van de tentoonstelling opduiken in de zalen, én van de stand-ins van de beeldhouwer zelf.

Tegelijkertijd verschijnen andere verhalen ten tonele, zoals episodes uit het verhaal van Pandian en Zins-Browne over het ontstaan en de evolutie van het Atlas-project, in de vorm van het personage van een curator die de problemen beschrijft van het maken van kunst voor een biënnale. De geschiedenis wordt voorgesteld als een noodzakelijk gefragmenteerd verhaal, verteld door verschillende mensen (verschillende personen, van wie sommigen vertegenwoordigd zijn in de performance via een wisselende cast van acteurs), verspreid over de tentoonstellingsruimte. Deze behoefte om het verleden te reconstrueren plaatst iedereen die tracht de complexiteit van onze politieke situatie te doorgronden, in de positie van de archeoloog die overblijfselen met een bedenkelijk waarheidsgehalte tegenover elkaar plaatst. ‘Het verleden’ kan hier trouwens begrepen worden als de oude geschiedenis, de geschiedenis die verloren was gegaan, bijvoorbeeld toen ISIS de monumenten van Palmyra verwoestte, maar ook als een zeer eigentijdse geschiedenis die enkel ontstaat via tegenstrijdige nieuwsverslagen, berichten op sociale media, opnames van camera’s van telefoons en propagandisten van de overheid.

Door onwaarheden te ruilen voor halve feitelijkheden en bijna geloofwaardige waarheden te mengen met de werkelijkheid, laat het Atlas-project, en nu ook Atlas Unlimited, zien hoe alle historische reconstructies tot op een bepaalde hoogte fictie zijn. Een fictie die wordt aangestuurd door de moeilijkheid die we hebben om het heden te zien of om de toekomst te verbeelden los van de lessen die we kunnen trekken uit het verleden, of bovendien los van de verleidingen van het spectaculaire.

In Antwerpen worden stukjes van de carnavalskameel uit Aalst rond de Oude Haven opgezet, resonerend met de geschiedenis van Antwerpen als een plaats van verspreiding: vanaf het begin van de negentiende eeuw tot 1934 zeilden bijna zestig miljoen Europese vluchtelingen van de Antwerpse haven naar de Verenigde Staten, in de hoop te ontsnappen aan politieke onderdrukking, oorlog, vervolging en bittere armoede. De stukken kameel worden aan elkaar gelinkt door een audioverhaal dat wandelroutes combineert met het zwartkomische verhaal van Almoutlaks reis van Syrië naar België.

Stukken uit de tentoonstellingen in Aalst en Antwerpen reizen dan verder naar Chicago, waar sommigen hun monumentale status zullen terugkrijgen, terwijl anderen opnieuw worden opgesteld door een conservator-performer in de exporuimte. Dat zulke overblijfselen gemakkelijker kunnen reizen dan de vluchteling die ze heeft gemaakt, is een bittere en ironische pil om te slikken nu de huidige regering in de Verenigde Staten zich duidelijk heeft uitgesproken tegen immigratie, zelfs tegen de mensen die om humanitaire redenen asiel aanvragen. En dus verschijnen de overblijfselen uit België in Chicago zonder de verhalenverteller die het origineel creëerde, zelfs als de stukken reconstructie behoeven. De verhalen van Almoutlak zullen verder bewegen en opnieuw worden verteld door andere acteurs. En net als in het gefluisterde kinderspelletje ‘telefoontje’ (of zoals bij de circulatie van digitale beelden) zal het waarheidsgehalte onderweg afbrokkelen, omdat details vervagen of worden opgesmukt of vergeten. In die zin maakt de parafictionele benadering van Atlas Unlimited iets heel waars duidelijk: dat een wereld waarin lichamen niet vrij kunnen bewegen een wereld is van onmogelijke fragmentatie, van onvolledige verhalen, van parafictionele archeologie, van onderbroken herinneringen, van eindeloze herhaling van cycli van wederopbouw en vernietiging, en weer wederopbouw.


(1) De Amerikaanse Carrie Lambert-Beatty schreef dat parafictie en fictie zich tot elkaar verhouden zoals de paramedici tot de artsen: ze zijn geen arts maar behoren wel tot de medische wereld. In tegenstelling tot historische fictie, die verzonnen personages en verhalen in een op feiten gebaseerde historische context plaatst, gaat de parafictie aan de slag met reële personages en verhalen die een voet in de werkelijkheid hebben of zouden kunnen hebben. Deze realistische elementen zorgen ervoor dat sommige mensen op sommige momenten het fictieve opzet beleven als werkelijkheid; als waarheid.

01.09.2018