tekst

Egon Van Herreweghe

always a thief and never caught

Egon Van Herreweghe ontrafelt op eigenzinnige manier processen en handelingen die kunnen leiden tot het ontstaan van autonome beelden. Het resultaat zijn presentaties van beeldend werk en ruimtelijke ingrepen die de status van het beeld en zijn genetisch materiaal eloquent blootleggen. Onderhuids schemert het denken vanuit de onmogelijkheid van het fotografische beeld door. De (tactiele) beleving van de vorming van het beeld wordt radicaal ingeperkt in de fotografie door de machinale ingreep van de camera. Egon Van Herreweghe ervaart deze begrenzing juist als uitdaging om zijn terughoudendheid naar het handelen als kunstenaar te doorbreken. Hij transponeert de beeldproductie naar de context van het atelier en de tentoonstellingsplek en kiest ervoor om beelden handmatig te creëren.

De voorbije jaren verzamelde hij een niet-georganiseerd archief van foto’s en knipsels uit kranten, tijdschriften en boeken. Hij verwerkt ze herhaaldelijk met reproductietechnieken zoals kopiëren, scannen en printen. Het besef dat we omringd zijn door reproducties draagt bij aan de vaststelling dat de ervaring van de materialiteit van het beeld is vervaagd, en dat de intimiteit van de ervaring werd verdrongen. Egon Van Herreweghe behandelt het beeld als een lichaam en de drager van het beeld als een huid. Hij tracht de beelden die zich mogelijks in de textuur van de drager bevinden te onthullen. In de tentoonstelling zien we een niet-hiërarchische reeks van onder handen genomen kleurrijke advertenties van Vogue magazine die uit deze zienswijze voortvloeit. De foto’s functioneren als pigment. Er wordt geen verf toegevoegd. Een vod doordrongen van solvent verstoort het rimpelloze ideaalbeeld. In het verlengde van deze gedachte, trekt hij in de langwerpige ruimte de lijn door naar een archeologie van de tentoonstellingsplek, waarbij hij een litteken op de wand veroorzaakt en fond de teint-gewijs verdoezelt. Het is een gebaar ontleend aan de maquillage, en accentueert het laag na laag uitvlakken van sporen. Op een andere plek wordt een restbeeld van een vorige presentatie gerecupereerd. Het onverwacht tevoorschijn gekomen beeld krijgt hier dezelfde status als een bewust gekozen beeld. Het verwijst naar de betrachting van de kunstenaar ontvankelijk te zijn voor wat reeds aanwezig is, eerder dan voortdurend alles te willen herschrijven of opnieuw te formuleren.

In de aangrenzende ruimte heeft de kunstenaar een reproductie van een schilderij in sequenties uitgesneden en op de muur gekleefd. Het is een kluwen van lichamen waar met iconoclastische uithalen in te keer is gegaan. Er is een gevoel van verwijzing naar Picasso’s Guernica en subversieve décollage. In wezen is het een zoekend gebaar naar de openheid van het beeld door het dissecteren van lagen. Hij reikt de kijker een intiem vocabularium aan om een beeld bevrijdend te interpreteren; als een open veld van oneindig veranderlijke mogelijkheden.

Het werk dat is aangebracht tegen de wand van de bergruimte op de bovenste verdieping is een documentaire registratie van een museale ruimte waarin de opgestelde kunstwerken zijn weggeplooid. De architectuur wordt in deze beweging naar voor gebracht wat toelaat deze onbestaande ruimte te verkennen. Zonder de mogelijkheid om er binnen te gaan, wordt de bezoeker aangemoedigd om deze ruimte contemplatief te benaderen. Het aansporen van het vermogen tot verbeelding wordt benadrukt door de nadrukkelijke aanwezigheid van een gereproduceerd designobject waarvan de hoes is samengesteld uit vodden. Het object dat zich als een abstract negatief of binnenste buiten gekeerd beeld presenteert, is een kopie van het ligmeubel van Poul Kjaerholm, nagebouwd op basis van een foto. De rafelige lapjes doordrongen van onuitwisbare sporen en de broze manier waarop zij aan elkaar zijn genaaid, refereren naar het lichaam als drager van onherroepelijke vergankelijkheid.

Egon Van Herreweghe (°1985) studeerde fotografie aan het KASK in Gent, gevolgd door een master- na-masteropleiding in Sint Lucas Antwerpen. In januari 2014 startte hij de postacademische opleiding aan het HISK in Gent. always a thief and never caught is zijn eerste solotentoonstelling in een Belgisch instituut. Deze zomer brengt MER. Paper Kunsthalle een publicatie uit die volgt op het boekproject Best Available Copy dat hij ontwikkelt in samenwerking met Dominique Somers.

19.05.2014