tekst

Karel Breugelmans

Constructies 1990 - 2015

KAREL BREUGELMANS
Constructies 1990 – 2015
04.10.2015 > 15.11.2015

Ter gelegenheid van het verschijnen van een monografische publicatie van Karel Breugelmans, die terugblikt op het oeuvre van de kunstenaar over de voorbije vijfentwintig jaar, tonen Netwerk en galerie Transit in Mechelen gelijktijdig een solotentoonstelling van de kunstenaar. Een combinatie van nieuw en bestaand werk biedt een heldere inkijk in de beeldtaal van een kunstenaar, die een coherent en standvastig oeuvre ontwikkelde op het grensvlak tussen architectuur, beeldende kunst, reguliere arbeid en utopie. Het Woord Vooraf van Bart De Baere dat de publicatie inleidt, vormt tevens een mooie introductie bij de tentoonstelling.

Het is fijn om een voorwoord te mogen schrijven voor dit boek over Karel Breugelmans, in de wetenschap dat vervolgens goede schrijvers de waarde van dit oeuvre in taal aan de lezers zullen aanreiken. Taal is nooit meer dan een richtingaanwijzer voor beeldende kunst die ons terugverwijst naar het werk en het daardoor als een plaats benoemt.

De tekst van Luk Lambrecht is er al op het moment dat ik dit voorwoord schrijf, een tekst waarin een kijker naar kunst en denker over kunst vanuit zijn vaststellingen over dit oeuvre vier begrippen opricht die even zovele genereuze terug verwijzingen zijn; blijf bij het werk, het is een plaats van waarde. Een maand geleden hoorde ik dat Peter Lang uit Berlijn plots overleed en dat zo onverwacht een stem wegviel die in dit boek aanwezig had moeten zijn en die voor Karel Breugelmans van bijzondere waarde was. Het is een troost om te horen dat Christophe Tannert, die zoveel kunstenaars heeft begeleid en zichtbaar gemaakt, bereid was om een tekst te schrijven, als een stukje doorwerking van het engagement van zijn vriend en collega.

In dit voorwoord wil ik het verhelderend werk van deze schrijvers niet dunnetjes overdoen door nog een extra paaltje te slaan en nog een bijkomende invalshoek aan de hunne toe te voegen, wat beknopter en minder goed gefundeerd dan wel, zoals dit vaak in voorwoorden gebeurt. Ook wil ik niet de roffel zijn die hun teksten aankondigt. Het werk van Karel Breugelmans is karig, schraal en oprecht.

Laat me daarom enkel vertellen hoe ik het de eerste keer ontmoette. Dat was op het moment dat het verscheen in de iets bredere scène die men ‘de kunstwereld’ noemt. 1997, Wivina De Meester was in haar hoedanigheid van Vlaams Minister van Financiën en Begroting verantwoordelijk voor overheidsgebouwen. Ze herinnerde zich een decreet op geïntegreerde kunst dat het Vlaams Parlement ooit eenparig had goedgekeurd en dat vervolgens dode letter was gebleven. Ze vroeg aan de bouwpromotor die het Graaf de Ferraris gebouw en het Hendrik Consciencegebouw voor de Vlaamse Gemeenschap realiseerde, of zij het voorziene percentage aan kunstopdrachten mocht invullen. Dat mocht. Het hele beleid voor kunst in openbare gebouwen zou daaruit voortkomen maar de eerste stap was een simpele wedstrijd met een paar lijnen wedstrijdreglement en een massa inzendingen.

Als jury hadden we ons er makkelijk vanaf kunnen maken en bij gebrek aan criteria in het reglement enkel de usual suspects kunnen selecteren maar dat was niet goed geweest. Er was een inzending die ik me in zijn eenvoudige, directe argumentatie nog altijd levendig herinner. De inzender werkte in de bouwsector en hij schilderde tot een minimum vereenvoudigde architecturale constructies. Het Graaf de Ferraris gebouw zou het Departement Leefmilieu en Infrastructuur huisvesten, schreef hij, dus zijn artistieke reflecties waren daar perfect op hun plaats.

Het waren kleine, vierkante doeken met betonconstructies in perspectief, in tinten van grijs, zo vereenvoudigd dat ze bijna abstracte vormen en lijnen werden. Ze bleven constructies. De verf was opgebracht met een trage, nederige aandacht die hen tot schilderijen maakte, schilderijen die in de buurt van een Dan Van Severen of een Raoul De Keyser hadden mogen hangen. Die werken zijn nu eigendom van de Vlaamse Gemeenschap. Ze worden beheerd door het Facilitair Bedrijf ervan, in gewone taal ‘de dienst gebouwen van de Vlaamse overheid’. Ze werden gemaakt door Karel Breugelmans.

Bart De Baere

06.10.2015

kunstenaar

Karel Breugelmans