tekst

Kathleen Mertens als ingenieur stabiliteit

Netwerk is afgelopen najaar gestart met verbouwingen. De protagonisten van die verbouwing zetten we op deze blog in de kijker.

Allereerst dank je wel dat je wilt deelnemen aan dit gesprek.
Wat is jouw connectie met Netwerk?

Kathleen: Ik ben ingenieur-architect. Ik ben nu als ingenieur stabiliteit bij de verbouwingen betrokken, maar ik ben al sinds 2005 bij Netwerk betrokken geweest. Je weet dat Netwerk nooit een groot project heeft gehad met zijn volledig gebouw, maar dat het altijd kleine chirurgische ingrepen doet om een stukje van de werking te verbeteren. In 2005, 2006 zijn er zulke kleine ingrepen geweest (het café, de voorgevel, het dak van de zaal verhogen, vloer- en scheurinterventies in het pakhuis, …). Ik werk bij het bureau BAS. Dirk Jaspaert is daar de oprichter van. Op een bepaald moment in 2005 was er de vraag om een aantal dingen te verbeteren. Dat was met architect Eugeen Liebaut. Eugeen en Dirk (van BAS) kenden elkaar goed en werkten veel samen waardoor het logisch was om die mensen rond Netwerk te verzamelen om de ingrepen te doen.

Als je kijkt naar de verbouwing als ingenieur stabiliteit, wat is dan hetgene waar jij op dit moment vooral voor instaat?

Kathleen: Dat zijn alle structurele interventies. Er moeten openingen gemaakt worden in de vloer, waardoor er nieuwe balken moeten gestoken worden om te zorgen dat alles terug op een normale manier kan gedragen worden. Er komt een nieuwe trap, een nieuwe liftkoker, … het zijn zoals traditioneel in Netwerk chirurgische ingrepen. Dat zijn nu specifiek allemaal heel kleine dingen die moeten bekeken worden om ervoor te zorgen dat het globale oké blijft. Je kan iets wegsnijden waardoor de globaliteit eigenlijk instabiel wordt. Het is altijd terugkoppelen naar de vraag of je op grotere schaal niets aan het doen bent wat de fragiliteit van het gebouw verhoogt.

Als ik het dan goed begrijp, zie je dat dan eerder als kleine ingrepen op lange termijn om dan steeds opnieuw zulke kleine ingrepen te blijven doen, in plaats van op één moment echt heel grote aanpassingen te doen?

Kathleen: In de gehele geschiedenis van Netwerk is er nog nooit een volledige interventie gebeurd. Dat zal wel te maken hebben met het feit dat een volledige interventie een fameuze economische investering is. De budgetten zijn steeds beperkt en laten het daardoor slechts toe om een zone aan te pakken en een specifieke vraag te beantwoorden.

Misschien beantwoordt dat dan ook net aan die groei van Netwerk en de specifieke vragen die er op dat moment zijn?

Kathleen: Absoluut! Dat is inderdaad ook wel mooi dat het een heel evolutief gegeven is en dat je geen statisch ding krijgt waarvan je na tien jaar niet goed meer weet wat je ermee moet doen. Dat maakt het echter ook moeilijk voor het beheer van het gebouw omdat dat constant dingen in vraag stellen en antwoorden zoeken impliceert. Netwerk kan je volgens mij vergelijken met een Italiaanse kerk. In die oude stadjes heb je zo’n kerk die gebouwd is als Romaanse kerk. De funderingen zitten nog in een stuk van dat gebouw. Daarna hebben ze die kerk tot een Barokkerk gemaakt. Ze hebben die funderingen gebruikt en ze hebben die uitgebreid en de gevel opnieuw gemaakt om dat een nieuw elan te geven. Naast die kerk is er dan een patriciërshuis gebouwd. Tien jaar geleden wouden de mensen die daar op zolder woonden een terras, wat ze dan ook gebouwd hebben op het dak van de kerk. Dat is evolutieve archeologie: je gebruikt altijd wat er is en je doet aanpassingen om het naar je noden en goesting te bekijken. Ik vond dat heel ‘schoon’ want uiteindelijk is Netwerk ook zoiets.

Op welke manier denk jij vanuit jouw rol als ingenieur stabiliteit dat de nieuwe renovatie een invloed zal hebben op Netwerk enerzijds als ontmoetingsplek en anderzijds als kunstinstelling?

Kathleen: De bedoeling is om het onthaal makkelijker, huiselijker en gastvrijer te maken. Deze ingreep is volgens mij al een grote verbetering in de ambitie van Netwerk. Het Netwerk dat ik kende van in 2005 was een kunstencentrum. Zij deden tentoonstellingen. Hetgene wat Netwerk nu doet, is veel ruimer dan dat. Daar zit dat deel film in dat veel geactiveerder is. Er was hier vroeger een filmzaaltje, maar dat werd niet zoveel gebruikt volgens mij. Je hebt het filmluik dat veel belangrijker wordt. Daarnaast heb je ook de buurtwerking die belangrijker wordt. In plaats van één gebouw voor één functie, heb je nu een gebouw dat wordt opgeladen met veel verschillende dingen. Ik denk dat de ingreep, die er nu is, gaat over het onthaal en de verbinding van elementen en dat dit een ongelooflijke vooruitgang is.

Netwerk doelt op die samenwerking met haar omgeving. Netwerk is daar al een tijdje mee bezig. Als jij nu kijkt naar je rol als stabiliteitsingenieur, welke zaken heb jij dan ontworpen om die toegang te vergemakkelijken?

Kathleen: Stabiliteitsingenieur en architect zijn eigenlijk een complementair duo. De ene kan niets doen zonder de andere. In die zin is er een samenwerking nodig geweest om bijvoorbeeld te kijken waar er een nieuwe lift kan komen, want we zitten in Netwerk met industriële archeologie, die ook in de grond niet alles zomaar mogelijk maakt. Je zit met lagen van in de jaren ‘30, van na de oorlog, ingrepen van in de jaren ‘80 en daar zijn allemaal sporen van in de grond. Dat zijn chirurgische ingrepen die je dan moet proberen een plaats te geven binnen al de rest. In die zin heb je een mee-ontwerpende rol omdat dit een gesprek is met vragen als ‘staat die daar goed?’ en ‘wat voor rol heeft die dan binnen die ruimte?’ of ‘hoe laat je dat dan functioneren?’.

Is er nog iets wat je zelf heel belangrijk vindt vanuit jouw visie om mee te delen?

Kathleen: Ja, ik wou nog spreken over littekens. Netwerk is een gigantische archeologische site. Elke ingreep heeft iets nagelaten. Dat is zoals de kerk natuurlijk. Je zit ondergronds met verschillende dingen, maar je zit ook met het idee over hoe je naar een ruimte kijkt en wat je ziet. Het mooie aan de interventies die er tot op heden zijn gebeurd, is dat tijdens alle fases die littekens nooit verborgen zijn geweest en dat vind ik mooi aan het gebouw. De architecten die nu bezig zijn en waar we nu mee samenwerken hebben evenmin de ambitie om alle littekens te verbergen. Dat maakt dat gebouw voor mij ook rijker.

Omdat je telkens ook alle stukken blijft zien en dat netwerk daarmee niet het verleden van zichzelf afsnijdt, om het dan zo te zeggen.

Kathleen: Ja, en dat je de gelaagdheid ziet alsook dat eraan gewerkt is om te komen tot waar je staat in plaats van een ingreep waarbij alles verborgen zou worden achter mooie witgekalkte gyproc-wanden. Dan sluit je je af van de geschiedenis terwijl dat ook in het verhaal een belangrijk aspect is!

Dank je wel voor het gesprek en voor de bijdrage.
Jade Bernauw

02.12.2022